Granice

De voorbereiding van de tentoonstelling 'Granitze' was in 1996. Dit jaar krijgt Mark Cloet een werkbeurs in Parijs voor twee maand door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Hij krijgt daarna nog twee maanden verlenging in een atelier van het Cité Internationale des Arts. Totaal onverwachts krijgt hij ook een beurs voor onregelmatige verblijven in Krakow, Warschau en Nowa Wies. De hoge verwachtingen voor een interessant verblijf in Parijs werden extra ingelost door zijn verblijf in Polen. Een afwisseling tussen eenzame opsluiting in Poolse bos-sen (o.a. Bialowieza) enerzijds, een uiterst warm kontakt met totaal ongekende vakmeesters kunstenaars anderzijds, en daar nog bovenop het flamboyante van de Parijse kunstscène resulteren in een uiterst gecondenseerd gamma tekeningen en studies. Deze worden daarna in Parijs verder uitgewerkt in ook grote tekeningen en voorbereidende resultaten voor beeldhouwwerken in brons, hout en steen. Ook in Parijs worden de eerste plannen gesmeed voor vier wit-zwart kortfilms. De tekeningen uit Polen meegebracht zijn vooral bomenrijen die voor het oog van de kunstenaar defileren. Ze zijn door een aantal strenge kenmerken getypeerd zoals stilte, licht-donker, ritmische herhalingen, variaties op een thema. Later worden ze opgenomen in het tekenboek' Les Etudes Cracovie' onder de titels 'Krakow' en ' Granitzé'. De tweede reeks in dit boek brengt binnen deze bomenrij een strenge vorm binnen, die alsmaar duidelijker perspectief biedt aan de tekening en zich daardoor op een ander plan manifesteert. Granitzé staat in het pools voor grens, en ook voor de (meestal granieten) grenssteen die de coördinaten aanduiden van deze grens. 'Les Etudes Cracovie' sluiten met een tekenkundig verhaal waar een bomenrij (bos) een perspectievische vorm binnen laat, insluit en daarna als het ware opeet. (cfr. kortfilm) De tekeningen komen uit de hoek als strenge, bijna mathematische en abstracte, ascetische vormstudies. Ze meten duidelijk de grenzen van wat je met potlood kunt doen, hoe een tekening sculpturaal kan zijn. Ze refereren naar werken van vroeg poolse constructivisten, zelfs poolse pamfletisten functioneren als verwijzing naar slavische literatuur. Hoewel het werk diep inhoudelijk sociale en zelfs politieke standpunten inneemt, is dit om het werk te bekijken niet nodig om weten. Het is zelfs niet te zien. Eens het werk in zijn eindstadium beeld zal geworden zijn, zal de afstandelijkheid met de plaats van ontdekking en de diepe inhoud nog groter worden. De beelden zullen hun betekenis ruilen voor hun monumentale aanwezigheid. Een zwarte Pierre de Mazie zal naast een bronzen kopie van een tak staan. De steen wordt ruw afgekapt en als het ware door de tijd gepolierd. Een onzichtbaar geworden boodschap, in de tak gekerft en de titel van het werk zullen nog een slavische alko)l1st verraden. Voor de rest zal het werk zich als een fictieve grens in de ruimte installeren en verder zwijgen. Zoals het hele oeuvre van Mark Cloet zullen ze een rustige eenvoud bezitten, vol onderhuidse spanningen.

Christine Vuegen

Slides